Blog is opgezet door Bert Stoop en Titus Rivas

vrijdag

Reïncarnatieherinneringen van James Leininger


De Amerikaanse jongen James Leininger was reeds als peuter dol op vliegtuigjes en op een videoband over stuntvliegers. Ook was James gefascineerd door gevechtsvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog.

Vanaf zijn tweede begon James te lijden onder vreemde nachtmerries die steeds weer terugkwamen. De jongen droomde dat hij neerstortte met een brandend vliegtuig. Terwijl hij sliep, probeerde hij zichzelf schoppend te bevrijden uit de cockpit, en hij gilde omdat dit niet lukte. Het kostte zijn moeder moeite om hem gerust te stellen. Hij vertelde haar in kindertaal: “Airplane crash on fire, little man can't get out”, dat wil zeggen: “Vliegtuig neerstorten in brand, kleine man kan er niet uit komen.”

Daar kwamen al gauw allerlei details bij. Michiel Hegener: "Hij gaf de naam van het vliegdekschip waarop hij diende als ''Natoma [Bay]" en zes voornamen van piloten op de Natoma Bay, in twee gevallen met achternaam erbij: Billie [Peeler], Walter [Devlin], Leon [Conner], James [Huston], Jack Larsen en Bob Greenwalt. In totaal kwam hij met ongeveer vijftig verifieerbare stukken informatie die zonder uitzondering bleken te kloppen."

Zijn vader Bruce Leininger had grote moeite met het verhaal van James, omdat het niet strookte met zijn christelijke opvattingen. Hij besloot de schijnbare herinneringen een voor een te ontmaskeren als fantasie door grondig research te doen op internet. Tot zijn verbijstering bleken de uitspraken wel degelijk overeen te komen met historische gebeurtenissen uit het leven van de gesneuvelde gevechtspiloot James Huston Jr.

De casus van James Leininger wordt inmiddels terecht beschouwd als een van de beste klassieke reïncarnatiegevallen uit de westerse wereld.

Zie:

- James Leininger: een Amerikaanse jongen met herinneringen aan een vorig leven als gevechtspiloot.

- Ik was ooit piloot.

- Artikel van Michiel Hegener in NRC Handelsblad.

De herinneringen van Robert Snow


Verifieerbare herinneringen aan een vorig leven die opgewekt zijn via regressiehypnose zijn vooralsnog zeldzaam. In het serieuze parapsychologische reïncarnatieonderzoek ligt het accent dan ook terecht op spontane uitspraken van jonge kinderen.
Toch betekent dit ook weer niet dat er nooit sterke hypnose-casussen gevonden zijn. Een recent voorbeeld van zo'n geval betreft de van huis uit skeptische rechercheur en auteur Robert Snow, werkzaam bij de Indianapolis Police Department. Tijdens hypnotische sessies kwamen er beelden vrij die Snow zelf eerst probeerde te ontkrachten met zijn beproefde recherchetechnieken, maar uiteindelijk betrekking bleken te hebben op een leven als een relatief onbekende Amerikaanse kunstschilder.
Het boeiende relaas van Snow is te lezen in zijn boek Looking for Carroll Beckwith.

Zie ook: A Modern Case of Past Life Regression.

Binnenkort is er ook een stukje van mij over Robert Snow te lezen in het magazine van de site Netsamen.

Feeling the Future


Een van de meest prestigieuze psychologische tijdschriften, Journal of Personality and Social Psychology, heeft een artikel gepubliceerd van Daryl Bem van de Universiteit van Cornell over onderzoek naar precognitie. Het is hier integraal te lezen: Feeling the Future. Het artikel beschrijft negen eigen experimenten van Bem met meer dan 1000 studenten aan zijn universiteit waaruit zou blijken dat mensen onbewust beïnvloed kunnen worden, in de vorm van een soort voorgevoelens, door gebeurtenissen die nog staan te gebeuren. (Zelf geloof ik niet dat toekomstige gebeurtenissen al helemaal vaststaan, maar wel dat waarschijnlijke gebeurtenissen het heden kunnen beïnvloeden.)

Het gaat om een klein, maar significant statistisch effect. Natuurlijk zal Bem's onderzoek weer meer of minder respectloos worden aangevallen door skeptici, maar het is voor de experimentele tak van de parapsychologie wel geweldig dat zo'n artikel in een gerenommeerd mainstream tijdschrift is gepubliceerd. Pikant detail: Bem stond vroeger zelf skeptisch tegenover paranormale verschijnselen! Hij raakte pas echt geïnteresseerd in het veld door het Ganzfeld-onderzoek.

Zie ook:
- Clarifications for Bem, Utts, and Johnson.
- Dean Radin's commentaar op commentaar van een skepticus, James Alcock.
- Response to Wagenmakers

donderdag

Geen tijdreiziger in Chaplin-film

Tijd is een bijzonder verschijnsel en al duizenden jaren het onderwerp van filosofische en natuurwetenschappelijke discussie.
Een van de thema's die het meest tot de verbeelding speelt is de mogelijkheid of onmogelijkheid van tijdreizen. Aanhangers beweren dat het ooit mogelijk zal zijn om met een tijdmachine voor- maar ook achteruit in de tijd te reizen. Volgens sommigen is het geestelijk zelfs nu al mogelijk. Zij menen dat mensen die paranormale indrukken krijgen van de (waarschijnlijke) toekomst of het verleden werkelijk weten te ontsnappen aan de tijd. Dit hangt ook samen met een natuurkundige en mystieke theorie dat objectieve tijd een illusie is. Er zou in feite geen tijd bestaan maar een soort eeuwig, tijdloos 'nu'.

Hoe dit ook zij, de bewijzen voor fysiek tijdreizen zijn niet direct indrukwekkend te noemen. Ze berusten hoogstwaarschijnlijk op bedrog of verkeerde interpretatie.
Een voorbeeld van het laatste zien we bij een recente claim over een film van Charlie Chaplin, The Circus uit 1928. Daarin zou een vrouw of als vrouw verklede man te zien zijn met een echt, modern mobieltje tegen haar oor. Ze zou iets in haar mobieltje zeggen, wat zou impliceren dat er nog ten minste een andere tijdreiziger mee zou zijn gegaan met wie ze kan communiceren.

Inmiddels is duidelijk geworden dat het niet om een mobiele telefoon gaat, maar om een ingenieus stukje oude techniek: een soort gehoorapparaat. De vrouw zegt zelf waarschijnlijk wat (willekeurige) woorden om haar hoortoestel uit te testen. Kennelijk was dit een tamelijk gewoon onderdeel van het straatbeeld in die tijd.

Hier een video waarin gesteld wordt dat het echt om een tijdreiziger gaat:



En hier een afbeelding van een hoortoestel uit die tijd:




Zie: Solved: Is that a time traveler on a cell phone in a Charlie Chaplin movie?


Nog een andere bewering rond tijdreizen, waarschijnlijk berustend op bedrog:

maandag

Benjamin Solari Parravicini

Sommige zieners zijn internationaal bekend geworden, zoals Nostradamus en Edgar Cayce.
Andere zijn misschien net zo interessant, maar hun bekendheid blijft beperkt tot een bepaald werelddeel of taalgebied. Een belangrijk voorbeeld uit de laatste categorie is de Argentijnse schilder, beeldhouwer en helderziende Benjamin Solari Parravicini (1898-1974). Hij maakte met name raadselachtige tekeningen met kernachtige voorspellingen erbij over de toekomst van Argentinië en de hele wereld. Veel van zijn voorspellingen zouden zijn uitgekomen tijdens zijn leven, zoals de tekst uit 1938: "Het hart van de wereld zal ten val komen in 1940. Het zal ten val komen en Duits zijn tot 1944" naast de Eiffeltoren. Dit komt overeen met het lot van Parijs in de Tweede Wereldoorlog. En een andere voorspelling uit 1938: "Juan Borbon in Spanje, bovenop doden en bevrijding", die kan verwijzen naar Juan Carlos van Bourbon die in 1975 de troon besteeg, na de bloedige Spaanse burgeroorlog en het Franco-tijdperk. En: "Het hart zal kunstmatig zijn in '66", wat lijkt te verwijzen naar het eerste functionerende kunsthart in 1966.
Er is zelfs een aanwijzing dat hij de aanslagen in New York van 11 september 2001 voorzien heeft. Het gaat om deze afbeelding uit 1939 met de tekst "La libertad de Norteamérica perderá su luz, su antorcha no alumbrará como ayer y el monumento será atacado dos veces", d.w.z. "De vrijheid van Noord-Amerika zal haar licht verliezen, haar toorts zal niet schijnen zoals gisteren en het monument zal twee keer aangevallen worden." Merk op dat het vrijheidsbeeld twee keer is afgebeeld, een keer als beeld en een keer in een vorm die veel weg heeft van twee torens. Aanhangers van Parravicini hebben erop gewezen dat Bush Amerika direct na de aanslagen met vrijheid in verband heeft gebracht.

Andere voorspellingen zijn niet uitgekomen, zoals dat de mens in 2002 het kwaad overwonnen zou hebben. Ook is het niet duidelijk wat we moeten maken van uitspraken over buitenaardse wezens die de aarde te hulp zouden komen.
Hoe dan ook is Parravicini een interessante figuur die meer aandacht en studie verdient.

Zie: Benjamin Solari Parravicini, sus profecías

donderdag

Esoterie en parapsychologie

Dogmatische sceptici laten vooral zien hoe het niet moet. We hebben niets aan een gesloten wereldbeeld en intellectuele intolerantie.

Dat geldt ook wanneer we het hebben over esoterische leringen. Men dient er in elk geval zoveel mogelijk respect voor op te brengen, ook al is men het er niet mee eens. Tenzij de doctrines racistisch zijn natuurlijk, of aanhangers ervan oproepen tot vreemdelingenhaat of vervolging van minderheden. Maar dat geldt slechts in uitzonderlijke gevallen.
Overigens mag de parapsychologie zelf ook weer een basaal respect verwachten van mensen met een esoterisch wereldbeeld.

Enige tijd geleden heb ik in 2008 de volgende column voor ParaVisie geschreven over de relatie tussen Esoterie en parapsychologie:

Zielenreis

Is het dan niet allemaal allang bekend?


De parapsychologie bestudeert allerlei dingen die te maken hebben met de ziel of het bewustzijn en die tegelijkertijd niet verenigbaar zijn met een materialistisch wereldbeeld. Een deel daarvan kunnen we ook tegenkomen bij esoterische overleveringen. Denk bijvoorbeeld aan gedachtenoverdracht (telepathie), de magische invloed van de geest op de materie (psychokinese) of wedergeboorte (reïncarnatie). Aanhangers van esoterische of occulte bewegingen vragen zich dan ook wel eens af of parapsychologen niet gewoon opnieuw het wiel willen uitvinden. Waarom onderzoek doen naar onderwerpen die reeds lang geleden meer dan voldoende behandeld zijn door geestelijke leraren?

Verschillende methoden
Eén van de belangrijkste redenen is dat de parapsychologie wetenschappelijk te werk wenst te gaan. Parapsychologen willen – als het goed is – niets zomaar op gezag van anderen aannemen, maar altijd zelf kijken naar het bewijsmateriaal. Ze hechten veel waarde aan verstandelijke argumenten en vinden het doorgaans ook niet erg om andere theorieën aan te hangen dan hun collega's.
Esoterische stromingen gaan eerder uit van een wijsheidstraditie met leraren of meesters uit het heden of verleden. Ze stellen vaak ook dat er hogere inzichten zijn die nu eenmaal ons verstand te boven gaan. Om die reden zou het weinig zin hebben om parapsychologisch onderzoek te doen. Bepaalde aanhangers vinden zelfs dat het getuigt van hoogmoed of lichtzinnigheid als je eeuwenoude concepten parapsychologisch tracht te toetsen.
Hierbij moeten we wel beseffen dat de oude doctrines helemaal niet allemaal hetzelfde beweren. Anders gezegd: omdat de verschillende stromingen het op allerlei punten niet eens zijn, kunnen ze het niet steeds allemaal tegelijk bij het rechte eind hebben. Ik beweer overigens niet dat alle meningsverschillen parapsychologisch geslecht kunnen worden. En bovendien kan het ook nog wel eens voorkomen dat geen enkele stroming het bij het rechte eind blijkt te hebben.

Overlapping
Vanuit de parapsychologie beschouwd kunnen esoterische overleveringen in bepaalde gevallen interessant zijn als werkhypothese. Dit geldt bijvoorbeeld voor ideeën over een fijnstoffelijk lichaam. Nu wil dit niet zeggen dat onderzoeksresultaten aangepast worden aan de theorie, maar juist het tegendeel. Men kan kijken wat er wetenschappelijk gezien te zeggen valt voor of tegen een aloude overlevering.
Ook kunnen esoterici kijken naar de parapsychologie om te zien welke elementen uit hun wereldbeeld eventueel door middel van onderzoek nader onderbouwd kunnen worden.

Overigens is zo'n uitwisseling zeker niet vanzelfsprekend. Aanhangers van een occulte doctrine kunnen die leer werkelijk veel belangrijker vinden dan welke wetenschappelijke bevindingen dan ook. Hierbij kan zich zelfs een merkwaardig fenomeen voordoen, namelijk dat van de 'skeptische esotericus'. Om zijn eigen visie overeind te houden tegenover (mogelijke) weerleggende feiten, kan zo iemand de parapsychologie - of delen daarvan - als 'pseudo-wetenschap' in de ban doen.
Ook zijn er individuele parapsychologen die geen enkele affiniteit voelen met oude esoterische of occulte denkbeelden, zelfs niet in de meest abstracte zin.
Maar in het algemeen mogen we toch zeggen dat er tenminste enige overlapping in interesses en denkbeelden kan bestaan tussen parapsychologen en esoterici.
Het is ondenkbaar dat er parapsychologische aanwijzingen zullen worden gevonden voor alle oude denkbeelden. Maar er zou zeker een aantal concepten kunnen zijn dat men juist door middel van parapsychologisch onderzoek nader kan uitbouwen.

Titus Rivas

Zie ook: Reïncarnatie en bijna-doodervaringen: lezing voor Theosofische Vereniging

dinsdag

De cirkelredenering van het dogmatisch 'naturalisme'

Het naturalisme is een wetenschapsfilosofische theorie die stelt dat alles wat er in de werkelijkheid voorkomt het gevolg is van natuurlijke processen. Als je dit zo opvat dat alles wat er bestaat voortkomt uit de essentiële aard (natuur) van de werkelijkheid kan misschien wel iedereen er mee instemmen. Zelfs wonderen van God passen in dit beeld, mits je God zelf als een onderdeel van de werkelijkheid beschouwt en daarmee zijn 'bovennatuurlijke' ingrijpen kunt opvatten als een uiting van de natuurlijke mogelijkheden van die werkelijkheid.

Allicht wordt het naturalisme doorgaans niet op die manier opgevat. Natuur wordt meestal gelijkgesteld aan de fysieke werkelijkheid, die in diverse organisatievormen al dan niet behept zou zijn met bepaalde niet-fysieke, mentale eigenschappen. In feite is naturalisme in dat geval een ander woord voor het uitsluiten van entiteiten die als zodanig niet of niet geheel horen bij de fysieke werkelijkheid, althans niet volgens de doorsnee westerse opvattingen over die fysieke werkelijkheid. Zoals God, maar ook geesten van overledenen, demonen, psychokinese, helderziendheid of reïncarnatie.

Volgens dogmatische naturalisten zou men in de wetenschap nooit zulke niet-naturalistische factoren mogen opnemen in een wetenschappelijke theorie. Op zich hebben ze vanzelfsprekend gelijk dat niet-naturalistische entiteiten per definitie niet thuishoren in een naturalistische theorie. Maar ze gaan de fout in indien ze wetenschappelijke theorieën gelijkstellen aan naturalistische theorieën. Alsof elke wetenschappelijke theorie automatisch een naturalistische theorie zou moeten zijn en er geen andere wetenschapsfilosofische inzichten bestaan over de kenmerken van een wetenschappelijke theorie.

Het dogmatische zit hem in de gedachte dat alle verschijnselen altijd volledig wetenschappelijk verklaard zullen kunnen worden door het soort naturalistische entiteiten en processen waarvan men het bestaan erkent. Dat is alleen vanzelfsprekend waar als het naturalisme de juiste visie verkondigt! Met andere woorden, er is sprake van een cirkelredenering.

Op zichzelf hoeft naturalisme niet te leiden tot pseudo-wetenschap, tenzij het gaat om dogmatisch naturalisme. Aangezien het dan gaat om het bij voorbaat uitsluiten van entiteiten en processen alleen omdat ze niet in het wereldbeeld passen. Dat is niet wetenschappelijk, want de wetenschap moet zich laten leiden door feiten, en die zijn niet vanzelfsprekend alleen maar naturalistisch.

Ik ben zelf geen fan van het (de letter volgend) bijbels creationisme, maar ik vind de dogmatisch-naturalistische afwijzing van de theorie daarvan ook erg stuitend. Als het bijbels creationisme niet klopt, dan zul je dat wetenschappelijk kunnen aantonen en dan heb je geen naturalistisch dogma nodig om de schepping uit de Bijbel buiten de wetenschap te houden.

Minstens zo kwalijk is de afwijzing van de parapsychologie, op grond van de volstrekt ongefundeerde en onhoudbare gelijkstelling tussen naturalisme en empirische wetenschap.

Titus Rivas

P.S.: (Toevoeging van 11 december) Inmiddels heb ik het boek Wat een onzin! van Herman de Regt en Hans Dooremalen gelezen. Het verkondigt precies het dogmatisch soort naturalisme waar ik me hierboven tegen keer. Een sprekende illustratie van wat ik bedoel.

zaterdag

Antony Flew over een voortbestaan


De bekende Britse analytische filosoof Antony Flew heeft vorig jaar een boek gepubliceerd, There is a God, waarin hij uitlegt waarom hij zijn vroegere atheïstische visie verlaten heeft en inmiddels gelooft in een scheppergod. Een ander gebied waarop Flew naam gemaakt heeft, is het filosofisch bestrijden van het concept van een persoonlijk voortbestaan na de dood. Reeds in 2004 liet hij zien inmiddels ook op dit gebied open te staan voor nieuwe inzichten. Hij stelt met name dat de aanwijzingen voor bewustzijn tijdens een vlak EEG bij bijna-doodervaringen echt duiden op de mogelijkheid dat het geestelijk toch doorgaat als de fysiologische activiteit in het brein definitief stilligt. De filosoof beschouwt zulke casussen als de beste of zelfs enige aanwijzingen voor een leven na de dood.
Merkwaardig genoeg hoopt de theïst Flew zelf (althans in 2004) dat er ondanks deze aanwijzingen toch geen leven na de dood is. Het gaat daarbij waarschijnlijk om een erfenis van zijn vroegere gedachtegoed. Nogal wat wijsgerige atheïsten hebben namelijk geprobeerd een onherroepelijke vernietiging van de persoon na de dood als positiever op te vatten dan een persoonlijk voortbestaan.

Wel deugdelijk bewijsmateriaal, maar geen echte reïncarnatie?

Reïncarnatie is één van de verschijnselen waar men door middel van parapsychologisch veldwerk (relatief) veel goed bewijsmateriaal voor heeft verzameld. Het gaat om het soort gevallen dat onderzocht werd door dr. Ian Stevenson en zijn collega's, van jonge kinderen die op basis van herinneringen correcte informatie zouden bezitten over een overledene die tot dan toe onbekend was bij hun naaste omgeving, en die zich bovendien identificeren met hun herinneringen. Skeptici doen dit soort casussen uiteraard af als volledig verklaarbaar door normale processen, zoals bedrog, zelfbedrog, fantasie en toeval.
Binnen de parapsychologie zelf ziet men doorgaans wel in dat typische reïncarnatiegevallen bij jonge kinderen echt paranormaal kunnen zijn, d.w.z. onverklaarbaar door normale hypothesen. Toch wil dit niet zeggen dat parapsychologen allemaal denken dat de kinderen echt herinneringen aan een eigen vorig leven hebben. Binnen een boeddhistisch kader is dat zelfs onmogelijk, omdat men niet eens gelooft in een substantieel zelf tijdens een aards leven, laat staan in het overleven van zo'n geestelijke entiteit na de dood. Andere parapsychologen kunnen toevlucht nemen tot de theorie dat de kinderen paranormale informatie hebben opgepikt over iemand uit het verleden. Ook hier zit een wereldbeeld achter dat het onmogelijk maakt in reïncarnatie te geloven. Het kan gaan om een algemene theorie volgens welke het bewustzijn nu eenmaal echt gekoppeld is aan het brein en de dood dus niet kan overleven. We zien dit bijvoorbeeld bij de parapsychologen Dick Bierman en Dean Radin. Sommige parapsychologen geloven wel in een leven na de dood, maar zij sluiten reïncarnatie bij voorbaat uit, vergelijkbaar met de aanhangers van de theorieën van Emmanuel Swedenborg.
Een nieuwer 'alternatief' voor echte reïncarnatie is de theorie van de zogeheten parallelle incarnaties. Hierbij zou iemand geen incarnaties achter elkaar beleven, maar een heleboel levens naast elkaar. Je moet je dat zo voorstellen dat tijd een illusie zou zijn en er in werkelijkheid dus ook geen lineaire opeenvolging van momenten of levens bestaat. Deze theorie wordt te hulp geroepen door mensen die graag in twee overlappende tijdvakken tegelijk zouden hebben geleefd, bijvoorbeeld in het geval van schijnbare herinneringen tijdens regressiesessies. Maar ze wordt vooral ook ingezet als uitvloeisel van de oudere theorie (van b.v. de Advaita Vedanta-leer) dat we allemaal manifestaties zouden zijn van één ondeelbare, bovenpersoonlijke geestelijke werkelijkheid. Het zou daarom geen zin hebben om te willen weten welke vorige levens nu precies van jouzelf zijn. Alle levens vinden tegelijkertijd plaats en in feite ben je ook met alle levens verbonden.

Zelf heb ik er geen moeite mee wanneer mensen alternatieve theorieën opstellen om reïncarnatiegevallen bij jonge kinderen te verklaren zonder uit te hoeven gaan van (mijn eigen hypothese van) 'echte' reïncarnatie. Het staat iedereen vrij zelfstandig over deze thema's na te denken.
Het wordt echter anders indien de keuze voor een hypothese die wel uitgaat van persoonlijke reïncarnatie als volstrekt willekeurig wordt voorgesteld, alsof er geen argumenten voor zouden bestaan (zie: Parapsychologisch Reïncarnatieonderzoek) en alsof aanhangers van zo'n 'traditionelere hypothese' direct 'om' zouden gaan als ze beter op de hoogte waren.
Nog erger vind ik het als men stelt dat een echte reïncarnatiehypothese 'allang achterhaald' is door b.v. de theorie van parallelle levens. Niet iedereen is gecharmeerd van de alternatieve theorieën en niet iedereen is overtuigd van de kracht van de argumenten die men ervoor aanvoert. Zoiets hoort geen enkele probleem te zijn wanneer men uitgaat van intellectuele vrijheid en pluralisme.

Titus Rivas

vrijdag

Agnostisch of gewoon materialistisch?

Nog niet zo lang geleden sprak ik een agnostisch godsdienstpsycholoog die stelde dat je als mens helemaal niets te weten kon komen over een spirituele wereld of een leven na de dood. Volgens hem bestonden er geen paranormale verschijnselen en waren alle ervaringen op dat gebied te wijten aan onbewuste psychologische processen.

Deze houding zie je wel vaker bij denkers die bovenal redelijk, menselijk en tolerant willen overkomen. In feite geloven ze, zoals genoemde godsdienstpsycholoog, helemaal niet in het bestaan van zaken die het aardse of fysieke overstijgen. Maar dit wensen ze - al dan niet bewust - te maskeren door zich voor agnostisch uit te geven, m.a.w. voor iemand die domweg stelt dat hij het niet kan weten.

Het bedrieglijke aan deze dubbele positie is dat hun argumenten tegen parapsychologie, opgevat als de studie van echte paranormale verschijnselen oftewel anomalieen rond geest en bewustzijn, niet werkelijk gevestigd zijn in een agnostische houding. Ze zeggen niet dat het onmogelijk is om te bepalen of paranormale verschijnselen nu wel of niet bestaan, en dat het daarom open gelaten moet worden. Nee, ze zeggen dat paranormale verschijnselen per definitie niet echt zijn. Dit staat haaks op hun voorgewende agnosticisme en komt in feite gewoon neer op een materialistisch dogma.

In het geval van de godsdienstpsycholoog was het dan ook niet zo verwonderlijk dat hij precies hetzelfde soort argumenten tegen paranormale verschijnselen naar voren bracht als we steeds weer horen van skeptici.

In hoeverre deze merkwaardige dubbelheid ook bewust was bij de persoon in kwestie, weet ik niet.


Titus Rivas

woensdag

Falsifieerbaarheid

Volgens de bekende wetenschapsfilosoof Karl Popper wordt de wetenschap het meest vooruit geholpen door geleerden met verbeeldingskracht. Zij stellen een fantasievolle theorie op die ze vervolgens door middel van onderzoek toetsen aan de werkelijkheid. Als hun theorie niet weerlegd wordt maakt zij kans een goed beeld van een deel van de realiteit te bieden. Als de theorie wel wordt weersproken door de feiten, zijn we ook verder gekomen, omdat we dan tenminste weten hoe het niet zit. Karl Popper heeft aangetoond dat het belangrijk is voor de wetenschappelijke vooruitgang dat theorieën falsifieerbaar zijn, dat wil zeggen weerlegbaar door nieuwe feiten.
Je zou verwachten dat sceptici als 'verdedigers van de wetenschap' tegenover allerlei 'irrationele onzin' veel werk maken van falsifieerbaarheid, maar dat geldt slechts in een opzicht. Ze vinden namelijk dat grenswetenschappers theorieen opstellen die onfalsifieerbaar zijn. Dit is uiterst merkwaardig omdat grenswetenschappers hun theorieën nu juist hebben opgesteld omdat zij vinden dat bepaalde feiten de materialistische theorieën reeds hebben weerlegd. Met andere woorden, er zijn bepaalde feiten die maken dat materialistische theorieën over de relatie tussen hersenen en geest in elk geval niet juist kunnen zijn. De theorieën die je vervolgens moet opstellen zien er dus alvast niet meer materialistisch uit. De falsifieerbaarheid moet dan ook op andere punten gelden. Bijvoorbeeld: een theorie over ESP kan zodra men vindt dat ESP bevredigend is aangetoond (d.w.z. zodra men vindt dat voldoende is weerlegd dat ESP niet bestaat) niet meer falsifieerbaar zijn op het punt dat ESP al dan niet bestaat. Het grote problemen met materialistische theorieën is dat ze, zeker door sceptici, zo geformuleerd worden dat ze bijna niet gefalsifieerd kunnen worden. Ze zijn zozeer geïmmuniseerd dat discussies met sceptici eigenlijk bij voorbaat niet meer interessant zullen zijn.
Dit zie je de laatste tijd bijvoorbeeld in de onredelijk en vaak ongemeen felle aanvallen op moedige geleerden als dr. Pim van Lommel (met name wat betreft zijn boek Eindeloos Bewustzijn) en prof. dr. Ilja Maso van de Universiteit van Humanistiek (in verband met zijn werk Onsterfelijkheid). Er wordt bij voorbaat gesteld dat hun theorieen onzinnig en belachelijk zijn. Terwijl dat wetenschapsfilosofisch gezien juist eerder zal gelden voor materialistische theorieen over de relatie tussen hersenen en geest zolang ze niet op een faire manier weerlegbaar worden geformuleerd.

zaterdag

The Next Uri Geller

Vandaag begint een Idols-achtige serie genaamd De Nieuwe Uri Geller. De serie werd eerder in andere landen uitgezonden onder de naam The Next Uri Geller en de Nederlandse versie wordt vanaf Keulen uitgezonden.
Uri Geller is een van de bekendste en meest controversiële figuren uit de parapsychologie. Er zijn volgens sommigen sterke aanwijzingen dat hij bedrog heeft gepleegd, maar er zouden ook betrouwbare experimenten en spontane ervaringen rond Geller zijn geweest die sterk wijzen op een echte paranormale gave. Helaas is Geller, naar zijn uitspraken bij Pauw & Witteman gisteren te oordelen, niet langer bereid om zich te laten testen door onbevooroordeelde wetenschappers. Daarom moeten we onze toevlucht nemen tot een grondige literatuurstudie over onderzoeken uit het verleden om een onderbouwd oordeel over hem te kunnen vellen. Het is daarbij niet uit te sluiten dat Uri Geller zowel werkelijk paranormaal begaafd is als een handige, vingervlugge goochelaar. Uit de geschiedenis van de parapsychologie weten we namelijk dat er zogeheten fysieke mediums zijn geweest, zoals Eusapia Palladino, die wel degelijk begaafd leken, maar toch vanuit een constante sociale prestatiedruk incidenteel de boel bedonderden. De rol van bevooroordeelde skeptici is wat dit betreft vooral negatief te noemen. Doordat ze meestal bij voorbaat het bestaan van alle paranormale fenomenen uitsluiten, creëren ze een nare, gespannen sfeer die mensen met echte vermogens op dit gebied onder de maat laat presteren, soms zelfs verleidt tot bedrog en in de meeste gevallen doet besluiten niet meer aan onderzoeken mee te doen.
De opzet van de Nieuwe Uri Geller-show lijkt overigens heel halfslachtig. Enerzijds worden de deelnemers gepresenteerd als entertainers en 'mentalisten', wat in elk geval volgens mijn definitie goochelaars zijn die slechts schijnbaar paranormaal begaafd zijn en hoogstens goed kunnen hypnotiseren. Anderzijds heeft Geller het zelf over spectaculaire dingen die bij mensen thuis zouden gebeuren, dus net zoals bij zijn eigen optredens vanaf de jaren '70. Geller stelt zelfs dat het er niet toe doet wat er achter de acts van de kandidaten schuilgaat. Een absurde en onverantwoorde uitspraak, alsof het er niets toe zou doen of iemand slechts goed kan goochelen of over echte 'magische' krachten beschikt!

Zie ook de zoekresultaten op Youtube:
Uri Geller en tegenstanders op youtube

Uitdaging van skepticus James Randi wordt in 2010 ingetrokken

De van oorsprong Canadese goochelaar en aartsskepticus James "The Amazing" Randi trekt over enige tijd, op 6 maart 2010, zijn bekende uitdaging in voor mensen die menen over een paranormale gave te beschikken. De zogeheten "One Million Dollar Challenge" zou sinds het begin (6 maart 1998) geen enkele aanwijzing hebben opgeleverd voor het bestaan van mensen met echte paranormale of bovennatuurlijke vermogens. Aangezien Randi internationaal beschouwd zo'n beetje de beruchtste debunker (ontmaskeraar) is die er rondloopt, is het niet verwonderlijk dat niemand aan zijn criteria voldoet. Volgens Randi en de zijnen zijn de mensen die gehoor hebben gegeven aan de uitdaging stuk voor stuk naïef. Ze zouden geen benul hebben van wat ze wel en niet kunnen en bovendien geen idee van wat wetenschap inhoudt.
Na het opheffen van de challenge zal er geld vrijkomen voor 'vruchtbaardere' projecten van de zogenoemde James Randi Educational Foundation

De weinig oprechte uitdaging van James Randi heeft aanleiding gegeven tot veel interessantere uitdagingen van kritische wetenschappers, zie de $ Million Challenge en Epifenomenalisme en psychogene causaliteit.

Deze uitdagingen worden doorgaans domweg genegeerd of geridiculiseerd door skeptici.

Drie jongens met paranormale ervaringen

In 2005 zond de VPRO een serie uit van Michel Kapteijns, getiteld Binnenste Buiten. Dit programma draait om de innerlijke beleving van kinderen en jonge tieners. Zij zijn in feite voortdurend aan het woord in de serie; de interviewer zelf blijft buiten beeld. Hierbij komen op een authentieke manier allerlei gevoelens aan bod, maar ook spirituele voorstellingen en de ervaringen van enkele paranormaal begaafde kinderen.
In 2006 benaderden Anny Dirven en Titus Rivas van Stichting Athanasia programmamaker Michel Kapteijns voor de contactgegevens van de geïnterviewde kinderen met paranormale gaven, om nader op hun ervaringen in te kunnen gaan. Hij reageerde uiterst vriendelijk en welwillend op dit verzoek. Van de benaderde kinderen bleven er uiteindelijk drie jongens over, te weten: Vincent, Karim en Danny. De onderzoekers concluderen dat de betrokkenen naar alle waarschijnlijkheid alle drie authentieke ervaringen hebben gehad met onder meer geestverschijningen, het zien van aura's, helderziendheid, en herinneringen aan een tijd voor de conceptie. Daarnaast is er een opvallende wisselwerking tussen de persoonlijkheid, levensloop en omgeving van de jongeren enerzijds en hun begaafdheid anderzijds, zowel in de manifestatie van hun vermogens als in de beleving ervan en de omgang ermee.

Bronnen en links

boekomslagWe linken zoveel mogelijk naar de bron van een bericht, maar we verwijderen deze link wanneer het is verbroken.

Labels, steekwoorden en onderwerpen

agnosticisme (2) anomalieën (1) babyfluisteraar (1) begaafdheid (1) beroepsmogelijkheden (1) bezetenheid (1) biolocatie (1) boek (2) buitenaards (1) buitenzintuiglijke waarneming (1) case of the reincarnation type (1) channeling (2) circelredenering (1) collectieve bewustzijn (1) creëren (1) Daryl Bem (1) definitie (1) demonen (1) dogma (2) ego (1) entiteit (1) esoterie (1) ESP (3) falsifieerbaarheid (1) filmpje (2) foto's (1) geestverschijning (1) goochelaar (1) goochelen (1) Harry Potter (1) hart (1) herinneringen (4) howard campaigne (1) hypnose (1) hypnotische regressie (1) Ian Stevenson (1) ideomotorisch verschijnsel (1) illusionisme (1) James Leininger (1) keurmerk (1) kinderen (3) leven na de dood (2) levensbeschouwelijk (1) loslaten (1) materialisme (1) medium (1) mensbeeld (1) naturalisme (1) nsa (1) onderzoek (3) optische effecten (1) orbs (1) papegaai (1) paragnosten (1) parapsychologie (2) parapsychologisch (1) pijnlichaam (1) pluralisme (1) Popper (1) precognitie (2) premonition (1) professie (2) psychokinese (3) psychologie (1) radiesthesie (1) regressie (2) regressiehypnose (1) reïncarnatie (6) reïncarnatiegeval (1) reïncarnatiehypnose (1) reïncarnationderzoek (1) retrocognitie (1) robert snow (1) scepsis (1) scheppen (1) seti (1) skepsis (4) spiritualiteit (1) stellig (1) Stichting Athanasia (2) stralingsgevoeligheid (1) swaab (1) synchroniciteit (1) telekinese (1) telepathie (1) terugvoering (1) theorieën (1) tijd (1) tijdreizen (1) toeval (1) Tolle (1) transformatie (1) ufo's (1) uitdaging (1) Uri Geller (1) veld (1) verbinden (1) verifieerbaar (1) voorgevoel (1) voorgevoelens (1) voorschouw (1) voorspellingen (1) vorig leven (1) vrijheid (1) wichelroede (1) zielenreis (1) zieners (1) zweverig (1)