vrijdag

Reïncarnatieherinneringen van James Leininger


De Amerikaanse jongen James Leininger was reeds als peuter dol op vliegtuigjes en op een videoband over stuntvliegers. Ook was James gefascineerd door gevechtsvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog.

Vanaf zijn tweede begon James te lijden onder vreemde nachtmerries die steeds weer terugkwamen. De jongen droomde dat hij neerstortte met een brandend vliegtuig. Terwijl hij sliep, probeerde hij zichzelf schoppend te bevrijden uit de cockpit, en hij gilde omdat dit niet lukte. Het kostte zijn moeder moeite om hem gerust te stellen. Hij vertelde haar in kindertaal: “Airplane crash on fire, little man can't get out”, dat wil zeggen: “Vliegtuig neerstorten in brand, kleine man kan er niet uit komen.”

Daar kwamen al gauw allerlei details bij. Michiel Hegener: "Hij gaf de naam van het vliegdekschip waarop hij diende als ''Natoma [Bay]" en zes voornamen van piloten op de Natoma Bay, in twee gevallen met achternaam erbij: Billie [Peeler], Walter [Devlin], Leon [Conner], James [Huston], Jack Larsen en Bob Greenwalt. In totaal kwam hij met ongeveer vijftig verifieerbare stukken informatie die zonder uitzondering bleken te kloppen."

Zijn vader Bruce Leininger had grote moeite met het verhaal van James, omdat het niet strookte met zijn christelijke opvattingen. Hij besloot de schijnbare herinneringen een voor een te ontmaskeren als fantasie door grondig research te doen op internet. Tot zijn verbijstering bleken de uitspraken wel degelijk overeen te komen met historische gebeurtenissen uit het leven van de gesneuvelde gevechtspiloot James Huston Jr.

De casus van James Leininger wordt inmiddels terecht beschouwd als een van de beste klassieke reïncarnatiegevallen uit de westerse wereld.

Zie:

- James Leininger: een Amerikaanse jongen met herinneringen aan een vorig leven als gevechtspiloot.

- Ik was ooit piloot.

- Artikel van Michiel Hegener in NRC Handelsblad.

De herinneringen van Robert Snow


Verifieerbare herinneringen aan een vorig leven die opgewekt zijn via regressiehypnose zijn vooralsnog zeldzaam. In het serieuze parapsychologische reïncarnatieonderzoek ligt het accent dan ook terecht op spontane uitspraken van jonge kinderen.
Toch betekent dit ook weer niet dat er nooit sterke hypnose-casussen gevonden zijn. Een recent voorbeeld van zo'n geval betreft de van huis uit skeptische rechercheur en auteur Robert Snow, werkzaam bij de Indianapolis Police Department. Tijdens hypnotische sessies kwamen er beelden vrij die Snow zelf eerst probeerde te ontkrachten met zijn beproefde recherchetechnieken, maar uiteindelijk betrekking bleken te hebben op een leven als een relatief onbekende Amerikaanse kunstschilder.
Het boeiende relaas van Snow is te lezen in zijn boek Looking for Carroll Beckwith.

Zie ook: A Modern Case of Past Life Regression.

Binnenkort is er ook een stukje van mij over Robert Snow te lezen in het magazine van de site Netsamen.

Feeling the Future


Een van de meest prestigieuze psychologische tijdschriften, Journal of Personality and Social Psychology, heeft een artikel gepubliceerd van Daryl Bem van de Universiteit van Cornell over onderzoek naar precognitie. Het is hier integraal te lezen: Feeling the Future. Het artikel beschrijft negen eigen experimenten van Bem met meer dan 1000 studenten aan zijn universiteit waaruit zou blijken dat mensen onbewust beïnvloed kunnen worden, in de vorm van een soort voorgevoelens, door gebeurtenissen die nog staan te gebeuren. (Zelf geloof ik niet dat toekomstige gebeurtenissen al helemaal vaststaan, maar wel dat waarschijnlijke gebeurtenissen het heden kunnen beïnvloeden.)

Het gaat om een klein, maar significant statistisch effect. Natuurlijk zal Bem's onderzoek weer meer of minder respectloos worden aangevallen door skeptici, maar het is voor de experimentele tak van de parapsychologie wel geweldig dat zo'n artikel in een gerenommeerd mainstream tijdschrift is gepubliceerd. Pikant detail: Bem stond vroeger zelf skeptisch tegenover paranormale verschijnselen! Hij raakte pas echt geïnteresseerd in het veld door het Ganzfeld-onderzoek.

Zie ook:
- Clarifications for Bem, Utts, and Johnson.
- Dean Radin's commentaar op commentaar van een skepticus, James Alcock.
- Response to Wagenmakers

donderdag

Geen tijdreiziger in Chaplin-film

Tijd is een bijzonder verschijnsel en al duizenden jaren het onderwerp van filosofische en natuurwetenschappelijke discussie.
Een van de thema's die het meest tot de verbeelding speelt is de mogelijkheid of onmogelijkheid van tijdreizen. Aanhangers beweren dat het ooit mogelijk zal zijn om met een tijdmachine voor- maar ook achteruit in de tijd te reizen. Volgens sommigen is het geestelijk zelfs nu al mogelijk. Zij menen dat mensen die paranormale indrukken krijgen van de (waarschijnlijke) toekomst of het verleden werkelijk weten te ontsnappen aan de tijd. Dit hangt ook samen met een natuurkundige en mystieke theorie dat objectieve tijd een illusie is. Er zou in feite geen tijd bestaan maar een soort eeuwig, tijdloos 'nu'.

Hoe dit ook zij, de bewijzen voor fysiek tijdreizen zijn niet direct indrukwekkend te noemen. Ze berusten hoogstwaarschijnlijk op bedrog of verkeerde interpretatie.
Een voorbeeld van het laatste zien we bij een recente claim over een film van Charlie Chaplin, The Circus uit 1928. Daarin zou een vrouw of als vrouw verklede man te zien zijn met een echt, modern mobieltje tegen haar oor. Ze zou iets in haar mobieltje zeggen, wat zou impliceren dat er nog ten minste een andere tijdreiziger mee zou zijn gegaan met wie ze kan communiceren.

Inmiddels is duidelijk geworden dat het niet om een mobiele telefoon gaat, maar om een ingenieus stukje oude techniek: een soort gehoorapparaat. De vrouw zegt zelf waarschijnlijk wat (willekeurige) woorden om haar hoortoestel uit te testen. Kennelijk was dit een tamelijk gewoon onderdeel van het straatbeeld in die tijd.

Hier een video waarin gesteld wordt dat het echt om een tijdreiziger gaat:



En hier een afbeelding van een hoortoestel uit die tijd:




Zie: Solved: Is that a time traveler on a cell phone in a Charlie Chaplin movie?


Nog een andere bewering rond tijdreizen, waarschijnlijk berustend op bedrog: